“Volgens wetenschappelijk onderzoek...” Dit lees en hoor je vaak. Het wordt meestal ingezet om een stelling (soms ook gewoon een mening) te onderbouwen. En eigenlijk is voor bijna alles wel wetenschappelijk onderzoek te vinden om jouw standpunt te ondersteunen. Zo ook in de voedingswetenschap. Maar hoeveel waarde heeft wetenschappelijk onderzoek dan nog? Wat maakt de conclusie van een onderzoek betrouwbaar? En welk onderzoek heeft de meeste bewijskracht? Ik vertel je er meer over in dit artikel.
“Hoeveel waarde heeft wetenschappelijk onderzoek dan nog? Wat maakt de conclusie van een onderzoek betrouwbaar? En welk onderzoek heeft de meeste bewijskracht?”
Wetenschappelijk onderzoek als autoriteit
Als ergens “gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek” bij staat, wordt het vaak voor 100% waar aangenomen. Het is een autoriteit op zich geworden. Natuurlijk is er ontzettend veel vooruitgang geboekt door wetenschappelijk onderzoek en zijn er feiten ontdekt of aan elkaar verbonden waardoor we zelfs levens kunnen redden.
Maar we weten ook dat er sprake is van voortschrijdend inzicht. Dat er allerlei belangen achter een onderzoek kunnen zitten, zoals het ego van de onderzoekers, maar ook de financiering en de instelling waaraan het onderzoek is verbonden. Of dat de meeste onderzoeken alleen op mannen zijn uitgevoerd! Hierdoor worden bijvoorbeeld hart- en vaatziekten veel minder snel bij vrouwen ontdekt.
Daarom is het handig om een paar dingen te weten als je een artikel leest over een nieuw (gezondheids)inzicht in de voedingswetenschap dat gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek.
Welk onderzoek kan ik vertrouwen?
Wil je zelf gemakkelijk een onderzoek kunnen beoordelen? Let dan op de volgende punten.
Wetenschappelijke onderzoeken die:
✔︎ onder grote groepen mensen, van beide geslachten, uit verschillende werelddelen zijn uitgevoerd; ;
✔︎ dubbelblind zijn uitgevoerd (de onderzoeker en deelnemer weten niet wie de placebo krijgt);
✔︎ worden aangemerkt als gerandomiseerde proeven (met strenge richtlijnen die van tevoren zijn bepaald) of meta-analyses; en
✔︎ gepubliceerd zijn in peer reviewed magazines (wat betekent dat collega-onderzoekers het onderzoek ook hebben beoordeeld).
Dit zijn de onderzoeken met de meeste bewijskracht.
Verschillende soorten onderzoek
Klinische gerandomiseerde onderzoeken en meta-analyses hebben de hoogste bewijskracht. Maar er zijn veel meer soorten onderzoek, zoals dierenproeven en onderzoeken die in reageerbuizen (in vitro) plaatsvinden. De drie soorten onderzoek met de meeste bewijskracht bespreek ik hieronder.
Meta-analyses & systematische reviews Dit zijn studies die meerdere onderzoeken op eenzelfde onderwerp of onderzoeksvraag analyseren. De uitgangspunten en de conclusies van deze studies worden met elkaar vergeleken. Zo wordt er een nieuwe conclusie getrokken aan de hand van alle data uit al eerder gedane studies. Als deze conclusie overeenkomt met wat er al eerder is geconcludeerd, is de bewijskracht zeer hoog.
Gerandomiseerde klinische studies Dit zijn studies die worden uitgevoerd op grote aantallen personen. Er worden veel richtlijnen aan dit soort onderzoeken gesteld, zoals dat de onderzoeksvraag van tevoren vaststaat, maar ook het aantal personen dat wordt onderzocht. Vaak wordt de groep in tweeën verdeeld. Waarbij een groep de placebo ontvangt en de andere groep het echte medicijn, behandeling of andersoortige interventie. Meestal wordt het onderzoek ook dubbelblind uitgevoerd, waarbij zowel de deelnemer als de onderzoeker niet weet wie de placebo krijgt. Deze studies zijn lastig uit te voeren, maar hebben wel een grote bewijskracht.
Cohort studies Dit zijn studies die voor langere tijd een groep personen volgen die aan verschillende omstandigheden worden blootgesteld en met elkaar worden vergeleken. Er wordt met name bekeken of er een bepaald gevolg optreedt, zoals een ziektebeeld (bijvoorbeeld een hoge bloeddruk) bij twee groepen mensen waarvan de ene groep bijvoorbeeld zout eet en de andere groep niet. De bewijskracht is groter bij een dergelijke studie, omdat het om een grotere groep personen en een langere periode gaat. Dit soort studies worden ook wel ‘observational studies’ genoemd.
Sidenote: Dit is een algemene indicatie van de bewijskracht van wetenschappelijk onderzoek. Het is afhankelijk van welk soort onderzoek en wat voor soort vraag er wordt onderzocht, voor welk type onderzoek de onderzoeker kiest. Deze piramide geldt niet in 100% van de gevallen maar is wel een goede leidraad.
Causaliteit of toeval?
Het is goed om bij de conclusie van wetenschappelijk onderzoek te kijken of het gebaseerd is op causaliteit of op toeval.
Causaliteit
De resultaten van een onderzoek worden samengevat in de conclusie. Deze kan op een causaal verband (oorzaak en gevolg) wijzen of op een coherentie. De conclusie die op een causaal verband wijst, heeft de meeste bewijskracht. Bij voedingswetenschap is dat bijvoorbeeld: als ik X eet dan gebeurt er Z. Als ik een banaan eet, dan komt het in mijn maag terecht.
Toeval? Coherentie geeft aan dat er bij een groep proefpersonen die allemaal aan dezelfde omstandigheden zijn blootgesteld eenzelfde situatie optreedt. Bijvoorbeeld dat onder kinderen die vaker tv kijken een lager IQ wordt vastgesteld. Echter, een bijkomstigheid is dat de kinderen van ouders met een lager IQ vaker tv kijken dan kinderen van ouders met een hoger IQ. Dus heeft de tv zoveel invloed op het IQ van de kinderen of is dit gerelateerd aan de genetische eigenschappen van de ouders?
Niet alleen de conclusie is dus van belang, maar ook de omstandigheden waaronder een onderzoek heeft plaatsgevonden.
“De conclusie die op een causaal verband wijst, heeft de meeste bewijskracht.” Maar vaak is er sprake van coherentie.
Biomarkers zijn iets anders dan gezondheid!
Biomarkers zijn ook iets om rekening mee te houden bij de onderzoeken uit de voedingswetenschap. Vaak wordt er (omdat het een stuk goedkoper is) alleen een biomarker onderzocht. Een biomarker of biologische marker is een indicator van de algehele gezondheid van een persoon, die specifiek en reproduceerbaar kan worden gemeten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan cholesterol, vitamine D, bloeddruk, hartslag, DNA en eiwitten in het bloed. Deze biomarkers worden onttrokken uit lichaamsstoffen zoals urine en bloed, maar ook gemeten op basis van de activiteit van de hersenen of het volume van een orgaan.
Dit zijn geïsoleerde indicatoren die wel íets kunnen zeggen over de gezondheid van de mens, maar niet het totaalplaatje laten zien. De hoop is dat ze toegepast kunnen worden bij diagnostiek, om een prognose te bepalen of om het effect van een behandeling te monitoren. Maar het zijn dus geen opzichzelfstaande conclusies van onze algehele (on)gezondheid.
Wij mensen zijn geen samenstelling van losse onderdelen, we zijn één geheel. Alles is met elkaar verbonden. En als we dat ergens zien, dan is dat wel in ons lichaam. Zit je slecht in je vel, dan voel je dat vaak in je nek en schouders, maar ook in je buik of hoofd. En hier wordt in wetenschappelijk onderzoek ook niet altijd rekening mee gehouden.
Dus... wat is dan de waarde van voedingswetenschap?
Wetenschap is een mega waardevolle tool waarmee we de wereld steeds beter begrijpen op basis van wat we kunnen zien. Maar we kunnen niet altijd alles op hetzelfde moment zien. Soms ontvouwt de waarheid zich in stappen. De wereld, maar zeker ook het menselijk lichaam, is op allerlei verschillende manieren met elkaar verbonden. Daarom is informatie super belangrijk, maar jouw gevoel ook! Gebruik voedingswetenschap dus als een tool om dichter bij jezelf te komen, maar blijf altijd kritisch en voel wat bepaalde voedingsmiddelen met jouw lichaam doen.
Staat ergens “volgens wetenschappelijk onderzoek” bij, kijk dan of er meer toelichting wordt gegeven over hoe het onderzoek is uitgevoerd (op mensen/dieren, mannen/vrouwen, de hoeveelheid proefpersonen, de periode, de opdrachtgever) en plaats het in de juiste context. Soms kan het je helpen om een bepaalde richting in te denken, soms is het juist een bevestiging van een conclusie die je al eerder had getrokken.
Maar zeker op het gebied van gezondheid en de voedingswetenschap is het belangrijk om in contact te blijven met je eigen lichaam en soms die ratio aan de kant te zetten. Er is namelijk no one size fits all!
De voedingswetenschap heeft ook meerdere onderzoeken uitgevoerd naar low carb eten. Wil jij aan dit avontuur beginnen? Download dan mijn e-book met mijn 10 beste tips om hiermee te starten.
Comments